Vertelling door Jan Gloudemans
Enkele verhalen uit mondelinge overlevering en eigen ervaring
Opgericht in Mei 1942 door Pastoor Willenborg van Eerde (1940–1949)
Leden bestonden vooral uit jonge mannen waarvan verschillende deelnamen aan het verzet in de 2de WO. Tijdens de oorlog met Duitsland was ook Eerde bezet gebied. Hierdoor was het verboden voor het hebben van verenigingen of het oprichten ervan.
Pastoor Willenborg had drie sterk ontwikkelde karaktereigenschappen:
- op het religieuze vlak, zijn functie als pastoor in Eerde heeft hij op zeer innemende wijze uitgedragen;
- zijn muzikale talent....hij was zeer muzikaal !!!
- zijn principiële gedrag in het verzet tegen de bezetter (Duitsland).
Deze drie kwaliteiten waren de reden voor het oprichten van een Fanfare voor Eerde. Pastoor Willenborg had de leiding van het ”verzet” van Eerde. Hierdoor ontstonden er verschillende acties tegen de regelgeving en wetten van door Duitsland bezet gebied. Zo hield hij al het "goud van de kerk" en zelfs wapens, zoals het destijds de ronde ging, verborgen op het kerkhof in de calvarieberg en een zerk van een overleden pastoor. Maar een van zijn meest rebelse acties was het oprichten van een fanfare wat dus niet mocht!! Voor het ronselen van de muzikanten verkoos de pastoor de biechtstoel. Zo was geheimhouding verplicht en tevens maakte de pastoor gebruik van deze plek om de jonge mannen te vragen voor de “verzetsgroep”. Vooral deze combinatie heeft nog jarenlang in de fanfare doorgewerkt. De repetitie van de fanfare werd namelijk gebruikt als dekmantel voor het verzet. Zo werden bijeenkomsten georganiseerd en hield men elkaar op de hoogte van alle informatie.
De oprichting was een feit.
Pastoor Willenborg was de eerste dirigent en zorgde ook voor instrumenten, voornamelijk tweedehands van de fanfare uit Cuijk en Nijmegen. De eerste muziekstukken waren marsen met als titel K2 en de Garde later ook de March Funèbre.
Dat er van de eerste jaren van de fanfare zo weinig bekend is kwam dus vooral door Willenborg, oprichter, organisator, alsmede dirigent van de fanfare, die zich hield aan geheimhouding tijdens de oorlog. Door weinig aandacht, minder bekendheid en wetenswaardigheden van die tijd, kon het belangrijke verzetswerk doorgaan.
Interesse en mijn deelname aan de Fanfare De Echo der Bergen.
Het was 1945–’55 er was inmiddels voorzitterswisseling geweest. De nieuwe voorzitter was Ben van Dam, een van de zonen van de legendarische Bernard van Dam. Ben en Toon Stapelbroek waren samen de bakkers van Eerde. Omdat wij een groot gezin hadden kwamen beide bakkers ieder 2 x in de week brood brengen. Ben was een man met een goed verhaal en een grote dosis van creativiteit en organisatorische vermogens Dit kwam de fanfare goed van pas.
Optochten en serenades
Ben van Dam zat voor Eerde in die periode in de gemeenteraad van St. Oedenrode. Toen Bertje en Leentje hun 70-jarig huwelijk vierden met een groot feest en een optocht in St. Oedenrode, was ook fanfare De Echo der Bergen aanwezig met muziek. Vooral het uniform maakte grote indruk: zwarte broek, blauwe kiel, rode zakdoek met lucifersdoosje en op klompen. Vooral de notabelen en veel mensen waren onder de indruk van dit optreden. Ook Mr. van de Kamp van de Oda fabriek en Mr. de Jonge van Phillips, welke later door toedoen van Ben van Dam beschermheer werd van onze fanfare.
Het waren de midden jaren ’60. De fanfare De Echo der Bergen werd gevraagd door de gemeente Schijndel om de carnavalsoptocht op te luisteren. Dit had vooral te maken met het toenmalige uniform inclusief de muziek op klompen. Hiervoor kregen wij dan een vergoeding van 150 – 200 gulden. Voor de fanfare een welkome vergoeding. Het werd een jaarlijks terugkerend gebeuren. Toen Eerde in 1966 van drie gemeenten (grotendeels) onder gemeente Veghel viel, kwam er na enige jaren het verzoek, of liever gezegd de eis, om minimaal een optreden of muzikale wandeling in de gemeente Veghel te verzorgen. Dit in verband met de jaarlijkse toekende subsidie. Toen de gemeente Veghel inmiddels ook zijn carnavalsoptocht had was dit optreden het favoriete moment voor Veghel. Enige jaren koos de fanfare voor zijn eigen moment en incasseerde zij de extra vergoeding! Na enige jaren ging de gemeente Veghel over naar een harde eis om toch met de carnavalsoptocht in Veghel op te treden. Sinds Eerde een eigen optocht had nam de Hofkapel dit gebeuren over.
De uniformen van Fanfare De Echo der Bergen.
Het was vooral de creativiteit van Voorzitter Ben van Dam dat er überhaupt een uniform gekomen is. Een uniform betekende allemaal hetzelfde en dat was het doel van Ben. Maar er was eigenlijk geen geld in kas voor deze aankoop. De grote gezinnen en de zuinigheid van de inwoners zorgde ervoor dat er al helemaal geen bijdrage kon worden verwacht voor de fanfare uit Eerde. Maar zoals als eerder genoemd was Ben creatief en regelde op zijn manier toch voor uniformen. Ze hadden in het dorp enkele goede naaisters t.w. Jet Mobers en Bertha van Rijbroek. In samenspraak met onze kleermaker Driekske Bouwmans naaiden ze zelf de boerenkielen en petjes in elkaar. Eenieder z’n eigen zwarte broek en dan die witte klompen. De klompen waren wel tweedehands en je kon er eigenlijk niet fatsoenlijk op lopen. Een rode zakdoek met luciferdoosje complementeerde het uniform. Het grootste probleem zal hem zat 'm in de klompen. De meeste leden van de fanfare liepen door de weeks op klompen. Dit waren dan ongeverfde witte klompen geschuurd met witkalk voor de zondag of ook voor een optreden. En hier ging het vaak mis. Het ene lid had op tijd de klompen geschuurd en na het drogen mooi wit, de ander niet of te laat gewassen en geschuurd en niet wit. Daar werd een oplossing voor bedacht. Eenieder kreeg van de fanfare z’n eigen paar klompen in de eigen maat, nr. tussen de 20 – 30. Na het optreden mocht men deze niet mee naar huis nemen, bang dat de leden ze thuis ook zouden aandoen. Nee, nog erger, ze werden verzameld in een drietal jute zakken en bewaard in het Bondsgebouw voor een volgend optreden. En dan kwam het probleem, wie het eerste kwam kon z’n klompen rustig uitzoeken, maar o wee hij die te laat kwam. Het was een ramp!!! Omdat de klompen ons handelsmerk was, heeft dit nog lang zo gewerkt.
Politie-uniformen
In de jaren 60 gingen we over naar tweedehandse uniformen van “Nos Jugit Appollo’ in St. Oedenrode. Van deze uniformen was het probleem dat de pasvorm van de broeken totaal niet meer modieus was voor die tijd (Brede pijpen) en meestal veel te groot. Maar omdat het voor iedereen hetzelfde was betekende dat voor de fanfare ‘Uniform’. Na enige jaren wilde men toch iets anders en als een geschenk uit de hemel kwam een nieuwe aanbieding. Een bedrijf in uniformen uit Wilp had de oplossing!!! Politie-uniformen van het korps Nijmegen. Het bestond uit jas en pet en die werden voor Eerde aangepast.
Met een witte hoes voor de pet en rode epauletten op de schouders en een gouden muziekharpje op de revers. Iedere muzikant kocht z'n eigen terlenka zwarte broek en witte blouse. Zwarte stropdas en de zwarte schoenen maakte het uniform compleet. Een nare bijkomstigheid was, dat de jassen gewatteerd en gevoerd waren. Dat betekende bij regenweer dat je bijna een emmer water extra op de schouders en rug had hangen.
Na een jaar of tien wilden we nieuwe uniformen en kregen we de grijze broeken met blauwe jas. Dit zou ons laatste tenue zijn...er is nooit meer veranderd.
Afscheid
Dit waren maar een paar verhalen over de vereniging waar ik nog zo vaak aan terugdenk. Er zitten nog vele verhalen meer in mijn geheugen....en wat heb ik genoten van die club met al zijn fases....
Hierbij een geschreven stuk van mijn zus Annie wat in de Eerdse Krant stond. Het geeft voor mij precies het juiste gevoel weer. Het gevoel dat je hebt bij de fanfare De Echo der Bergen. De fanfare waar ik zo lang lid van heb mogen zijn en wat nu voorbij is.... maar de herinneringen zal ik altijd zal blijven koesteren.
Ingezonden stuk door Annie Landman
Hoe mooi...
Hoe mooi is het om herinneringen te koesteren. Zo ook die aan onze "Hermeniej".
"Hurt", zei ons mam "de Hermeniej" en steevast voegde opa er aan toe "de Hellige Mariej".
Hoe ver ik ook in mijn jeugd terug ga, ze hoorden er altijd bij en gaven een extra dimensie aan mijn dorpsgevoel.
De Harmonie die ons als bruidjes begeleidde bij een priesterfeest. De processie, heel lang geleden, waarbij gedragen muziek werd gespeeld en waar zowat heel d'Eerd op de been was, om in een devote stoet naar het rust-altaar te trekken. De opening van de kermis, waar we als tieners achter de 'hermenie' aan gingen hossen.
De vele serenades, die gebracht werden, als er iets te vieren was in ons dorp. De intocht van Sinterklaas. Met Koninginnedag werden onze kinderen 's morgens al door de fanfare afgehaald van school voor de spelen. En 's avonds in de optocht, waar ze met hun lampion, soms tussen de muzikanten, in marstempo meeliepen.
Ze vonden het spannend, omdat het dan al laat en donker was en ook nodig omdat de fanfare anders niet genoeg kon zien. Dan werd het Wilhelmus nog gespeeld en gingen we met een tevreden gevoel naar huis en kon de fanfare hun welverdiende biertje gaan drinken. Weer later bij de eerste communie van de kleinkinderen, waar de fanfare de afsluiting van de viering verzorgde....en ons kippenvel bezorgde. De kerstviering in de kerk, die opgeluisterd werd met 'Drummerboy en Stille Nacht" ...weer kippenvel. De concerten bij de kiosk en in den Brink en zo kan ik nog heel lang doorgaan. Hoe vaak hebben deze mensen zich moeten haasten, het werk neer moeten leggen of zelfs onderbreken om dit alles voor elkaar te krijgen. Fanfare van d'Eerd, het is niet voor niets geweest. Jullie brachten gezelligheid, ontroering en saamhorigheid "leven in harmonie!"
Alles verandert, het straatbeeld en ook de muziek. Alles wordt opgeslagen op de harde schijf. Maar deze mooie herinneringen hoef ik niet op te slaan en zal ik 'en vele met mij' altijd met een blij gevoel en een glimlach blijven koesteren. Bedankt!!
Annie Landman